Speelt psychosociale arbeidsbelasting een rol bij het ontstaan van arbeidsongevallen? En zo ja, op welke manier? Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) dook in de literatuur om dit nader te onderzoeken.
Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) is een verzamelnaam voor omstandigheden op het werk die stress veroorzaken. De relatie tussen PSA, werkstress en ziekteverzuim is veelvuldig onderzocht. Of PSA ook een rol speelt bij het ontstaan van arbeidsongevallen is minder bekend. Maar er zijn aanwijzingen dat er een mogelijk verband is.
Over psychosociale arbeidsbelasting
De Arbeidsomstandighedenwet beschrijft PSA als ‘alle directe en indirecte factoren die stress op het werk beïnvloeden en veroorzaken’. Voorbeelden zijn tijdsdruk, de hoeveelheid werk, autonomie, agressie en discriminatie. Deze factoren kunnen leiden tot werkstress en op de lange termijn tot verzuim of burn-out.
Er bestaan ook zogenaamde ‘buffers’ die (bij voldoende aanwezigheid) werkstress kunnen verminderen. Het gaat dan bijvoorbeeld om sociale steun van collega’s of een leidinggevende en de ruimte voor voldoende herstelmogelijkheden van werkbelasting.
Onderstaand figuur is een schematische weergave van de PSA-factoren die in dit onderzoek zijn meegenomen. Ze zijn onderverdeeld in:
- Werkdruk: de balans tussen de taakeisen van de baan en de regelmogelijkheden om deze taken te vervullen:
- Taakeisen zijn o.a.: tijdsdruk, hoeveelheid werk, kwaliteitseisen en variatie.
- Regelmogelijkheden zijn o.a.: autonomie en de functionele steun van collega’s en leidinggevende.
- Ingrijpende gebeurtenissen en ongewenst gedrag: bijvoorbeeld agressie, een arbeidsconflict, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie.
Figuur: Schematische weergave van PSA-factoren en hoe deze kunnen leiden tot werkstress en verzuim.
Naar: De impact van maatschappelijke ontwikkelingen op de 'psychosociale arbeidsbelasting' van werkenden. (2024).
Deze factoren kunnen leiden tot werkstress. Dat kan op de langere termijn voor verzuim en burn-out zorgen. Of dit daadwerkelijk gebeurt hangt ook af van de aanwezigheid van bepaalde buffers zoals sociale steun van collega’s en leidinggevende, (im)materiële waardering en herstelmogelijkheden. Individuele factoren, zoals de leefomgeving, leefstijl en persoonlijkheid van de werknemer spelen ook een rol maar zijn in dit onderzoek niet meegenomen.
Resultaten
Internationale literatuur:
Verschillende systematische reviews concluderen dat PSA-factoren samenhangen met arbeidsveiligheid. Op basis van de bestudeerde studies is het niet mogelijk om per afzonderlijke factor een conclusie te trekken over het verband met veilig werkgedrag of (bijna) ongevallen. Er is echter één factor die veelvuldig voorkomt in de literatuur als factor die samenhangt met arbeidsveiligheid: tijdsdruk/productiedruk. Tijdsdruk/productiedruk kan er op verschillende manieren voor zorgen dat werken minder veilig wordt. Werkenden kunnen bijvoorbeeld bewust veiligheidsmaatregelen minder serieus nemen. Zo kunnen zij stappen uit veiligheidsprotocollen overslaan omdat ze te veel werk te doen hebben. Onbewust kan vermoeidheid, ontstaan door werken onder tijdsdruk, ervoor zorgen dat ze minder alert zijn om veiligheidsmaatregelen te nemen.
Nederlandse context:
In de Nederlandse studies kwam een andere factor vaak voor als een factor die samenhangt met arbeidsongevallen: Ongewenst gedrag, en dan met name intern ongewenst gedrag. Onder intern ongewenst gedrag vallen verschillende vormen van ongewenst gedrag, zoals pesten, intimidatie, ongewenste seksuele aandacht, die plaatsvinden binnen het bedrijf, dus bijvoorbeeld door collega’s of een leidinggevende. In sommige van deze studies werd ongewenst gedrag specifiek als sterkste factor geïdentificeerd.
PSA komt overal voor, ook in hoogrisicosectoren:
Uit de literatuurverkenning over de Nederlandse werkcontext blijkt dat PSA in veel sectoren in verschillende mate en vormen voorkomt. Werknemers ervaren hun werk bijvoorbeeld als stressvol of emotioneel zwaar, hebben last van burn-outklachten, maken ongewenst gedrag mee op de werkvloer, of worden beperkt in hun beslissingsvermogen. Ook in sectoren waar relatief veel arbeidsongevallen gebeuren is sprake van PSA. Deze hoog-risicosectoren betreffen Waterbedrijven en afvalbeheer, Bouwnijverheid, Landbouw, Bosbouw en visserij, Bouw, Vervoer en opslag en de Horeca. In de Horeca komt verhoudingsgewijs het meest PSA voor. In 2023 ervaarde 40 procent van de werknemers in deze sector bijvoorbeeld hoge taakeisen, 65 procent weinig autonomie en 20 procent enig ongewenst gedrag door klanten, collega’s of leidinggevenden.
Conclusies
Op basis van deze verkenning van internationale en Nederlandse wetenschappelijke literatuur zien we voldoende aanwijzingen om te concluderen dat PSA-factoren samenhangen met onveilig gedrag en ongevallen bij werkenden. Het is niet bekend of er een relatie tussen alle individuele PSA-factoren en arbeidsveiligheid is, en hoe groot dit verband is. Dit vanwege het gebrek aan systematische reviews en meta-analyses waarin één PSA-factor centraal staat. Desondanks zien we dat twee van de PSA-factoren sterker uit de verkenning naar voren komen dan andere factoren. Het gaat hierbij om (intern) ongewenst gedrag en werken onder tijdsdruk dan wel productiedruk. Voor organisaties is het belangrijk om hier rekening mee te houden en zo nodig maatregelen te nemen.
Vervolgonderzoek
In een vervolgonderzoek (2025) gaat het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) in de sector Vervoer en Opslag in gesprek met werknemers, veiligheidsprofessionals en leidinggevenden over het bewust zijn van de gevolgen van PSA voor de arbeidsveiligheid. Ook wordt gevraagd wat werkgevers hier al aan doen en misschien nog nodig hebben om het werken in deze sector veiliger te maken.