Veilig werken. Dat willen we allemaal. Echter blijkt in de praktijk dat het inschatten van gevaren voor veel medewerkers niet altijd even eenvoudig is. Daarom implementeren bedrijven diverse interventies om het inschatten van gevaren voor medewerkers zo makkelijk mogelijk te maken. Een veelgebruikte interventie hiervoor is de LMRA, ook wel Last Minute Risk Assessment of Laatste Minuut Risico Analyse. Een kenmerk van de LMRA is dat de vragen en aandachtspunten in de praktijk vaak algemeen zijn. Hierdoor kan het lastig zijn om een goede inschatting van de gevaren te maken. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft daarom onderzoek gedaan naar het verhogen van de effectiviteit van een LMRA door deze op zo’n manier aan te passen dat medewerkers gevaren beter kunnen herkennen.  

Vier stappen naar veilig werken

Om te bepalen hoe het inschatten van gevaren kan worden verbeterd, is bij dit onderzoek gebruik gemaakt van het safe behaviour model (Sneddon et al., 2005; Hudson et al., 2006). Dit model onderscheidt vier stappen:

  1. Waarnemen: de medewerker moet de gevaren kunnen waarnemen. Wordt het potentiele gevaar gezien? En herkent de medewerker het gevaar? 
  2. Weten: als de medewerker het gevaar kan waarnemen moet deze ook in staat zijn in te schatten hoe gevaarlijk het kan zijn. Erkent de medewerker het gevaar?
  3. Plannen: vervolgens moet de medewerker een plan maken om maatregelen te nemen. Weet de medewerker welke stappen ondernomen moeten worden om het gevaar weg te nemen?
  4. Handelen: tenslotte moet de medewerker in staat zijn het plan uit te voeren. Zijn de juiste middelen aanwezig om actie te ondernemen en is er voldoende tijd om deze uit te voeren?

Het uitgangspunt van het model is dat wanneer een medewerker niet in staat is het gevaar te herkennen, de medewerker het gevaar ook niet kan erkennen. De veiligheid van de medewerker kan dan in het geding komen, omdat de overige stappen van het model niet doorlopen kunnen worden. 
 

De LMRA

Bij een LMRA is het de bedoeling dat medewerkers bij de start van hun werkzaamheden een moment stilstaan en nadenken over eventuele gevaren. En vervolgens actie ondernemen om deze gevaren weg te nemen. De inhoud van de LMRA verschilt per bedrijf, maar veel bedrijven maken gebruik van algemene vragen in hun LMRA. Typische vragen in een LMRA zijn: 

  • Weet ik welke werkzaamheden ik moet uitvoeren?
  • Vind ik de afgesproken werkmethode veilig?
  • Is de werkplek veilig genoeg om het werk uit te voeren?
  • Beschik ik over de juiste middelen om veilig te kunnen werken?
     

Wat is een LMRA?

Een LMRA is een korte risicoanalyse die medewerkers vlak voor de start van specifieke werkzaamheden uitvoeren. De veiligheidsmaatregel is populair. Veel bedrijven die met relatief hoge risico’s te maken hebben, hebben deze werkwijze ingevoerd. De LMRA is een aanvulling op andere methoden voor risicoanalyse en -beheer zoals de RI&E Risico-inventaristie en evaluatie (Risico-inventaristie en evaluatie) (Risico Inventarisatie en Evaluatie), TRA (Taak Risico Analyse) of een werkvergunning.

Kunnen safety checks helpen?

Door de LMRA specifieker te maken en aan te passen aan het werk, wordt het voor de medewerker wellicht eenvoudiger om gevaren te herkennen. Recent onderzoek van Steijn en collega’s (2019) heeft dit met behulp een eye-tracking experiment voor de LMRA onderzocht. Deze studie laat zien dat het toevoegen van safety checks aan een LMRA toegevoegde waarde heeft. Bij het gebruik van safety checks herkennen vooral de meer ervaren collega’s de gevaren van specifieke situaties. Minder ervaren collega’s lijken juist baat te hebben bij algemene checks voor het beter herkennen van gevaren. 
 

Ontwikkeling van safety checks


Voor de ontwikkeling van de safety checks is voor dit onderzoek gebruik gemaakt van informatie uit de Storybuilder database. In deze database zijn meer dan 30.000 arbeidsongevallen opgenomen welke verdeeld zijn in 36 herkenbare ongevalstypes. Voorbeelden van ongevalstypes zijn: 

  • Ongevallen waarbij een slachtoffer van een ladder of een trapje valt
  • Ongevallen waarbij een slachtoffer wordt aangereden door een voertuig of rijdend werktuig
  • Ongevallen waarbij een slachtoffer te maken krijgt met een gevaarlijke atmosfeer binnen een besloten ruimte.

Per ongevalstype is uitgebreide informatie beschikbaar over de (in)directe oorzaken van deze ongevallen. Zo is bijvoorbeeld te zien dat een onjuiste plaatsing van een ladder vaak een rol speelt bij ladderongevallen en dat een gebrek aan ventilatie vaak een rol speelt bij een ongeval in besloten ruimtes. De directe oorzaken per ongevalstype waren het uitgangspunt bij de ontwikkeling van de specifieke LMRA. Meegenomen zijn oorzaken die: 

  1. Specifiek zijn voor het ongevalstype
  2. Veel voorkomen bij het ongevalstype
  3. Een directe link hebben met het ongevalsproces
  4. Op de werkvloer bruikbaar zijn voor het voorkomen van ongevallen
  5. Een grote invloed hebben op de gevolgen van een ongeval

Op basis van bovenstaande uitgangspunten zijn safety checks geformuleerd voor medewerkers op operationeel niveau. Deze safety checks zijn vervolgens opgenomen als toevoeging aan de LMRA.
 

De case studies: safety checks in de praktijk

Om de bruikbaarheid van de safety checks te onderzoeken, hebben verschillende bedrijven deze geïmplementeerd. De bedrijven kozen hierbij voor safety checks die relevant waren voor gevaren binnen hun werk. Elk bedrijf heeft de safety checks op hun eigen manier ingezet. Bijvoorbeeld door de informatie op de werkplek neer te leggen of door die uit te delen onder het personeel. Ook zijn door de bedrijven soms aanpassingen gedaan aan de safety checks om er voor te zorgen dat ze beter bij de werkzaamheden of het jargon aansloten. 
 

De resultaten

Over het algemeen waren de deelnemende bedrijven positief over de safety checks. Meer dan de helft van de medewerkers en veiligheidskundigen gaf aan dat de gebruikte safety checks een positieve invloed hadden op het veiligheidsgedrag bij medewerkers. Zo menen medewerkers beter de gevaren te herkennen door de safety checks en weten ze beter welke gevaren relevant zijn voor hun werk. Daarnaast zijn medewerkers beter in staat maatregelen te plannen en kunnen ze sneller handelen wanneer ze een gevaar hebben waargenomen. Kortom, in alle stappen van het safe behaviour model werd een verbetering waargenomen.

Minder overeenstemming was er over de manier waarop deze checks het beste kunnen worden ingezet. Zo gaven veel medewerkers aan dat safety checks te veel tekst bevatte. Ook nemen ze liever niet nog een checklist mee naar de werkplek. Dit werd onder andere zichtbaar, doordat de deelnemende bedrijven de checks niet altijd hebben ingezet bij de uitvoering van de LMRA. In plaats daarvan kozen de bedrijven ervoor om de checks bij de voorbereiding te gebruiken, bijvoorbeeld tijdens een start-werkoverleg of een zogeheten toolbox-meeting. Maar ook als medewerkers de safety checks een paar uur voor de start van de werkzaamheden hadden gezien, gaven ze aan bewuster te zijn van de gevaren op de werkvloer. Het lijkt er dus op dat het aanbieden van safety checks aan medewerkers zeer waardevol is en dat dit vooral in de voorbereiding nuttig is.  
 

En hoe nu verder?

Uit de resultaten blijkt dat bedrijven de safety checks graag willen gebruiken, omdat dit het herkennen van gevaren vergroot. Echter is het toevoegen van safety checks aan de LMRA in de praktijk lastiger te realiseren. De safety checks zijn wel goed in te zetten bij toolbox-meetings of als ondersteuning bij de werkvoorbereiding. Om organisaties hierin te faciliteren heeft het programmateam Veilig Werken de safety checks opgenomen in een reeks animaties en infographics. Deze reeks wordt ontwikkeld voor diverse type ongevallen en is te vinden op onze webpagina.

Over de effectiviteit van de LMRA zijn, net als bij veel andere veiligheidsinterventies, de meningen verdeeld. Om de effectiviteit van deze veiligheidsinterventies in kaart te brengen, is inzicht nodig in de werking van de interventie, dat wat er in de wetenschap bekend is en door lessen uit de praktijk. Dit brengen wij de komende jaren samen op het interventieplatform Veiligheidsinterventies.nl. 
 

Bronnenlijst

  • Hudson, P., Bryden, R. & van der Graaf, G.C. (2006). The Human Factor – Developing Effective Approaches by Cooperation between Industry and Academia. Proceedings of the SPE International Conference on Health, Safety, and Evironment in Oil and Gas Exploration and Production, Abu Dhabi, U.E.A., 2-4 April 2006. 
  • Sneddon, A., Hudson, Pt>W., Parker, D., Lawerie, M., Vuijk, M., & Bryden, R. (2005). A comprehensive Model for Human Behaviour in Industrial Environments. Geraadpleegd via [https://www.researchgate.net/publication/237134513_A_Comprehensive_Mode…], 8 juli 2019
  • Wouter M.P. Steijn, Dolf A. van der Beek, Jop Groeneweg, Anne Jansen, Wieke A. Oldenhof & Ingrid Raben (2019): Towards the next generation of LMRA instruments: The influence of generic and specific questions during risk assessment, International Journal of Occupational Safety and Ergonomics, DOI: 10.1080/10803548.2019.1699335