Beknelling tussen een machine en een ander object
Beknelling tussen een machine en een ander object
In de Storybuilder database zijn voor het ongevalstype ‘Beknelling tussen een machine en een ander object’ 1263 ongevallen met 1268 slachtoffers opgenomen. Dit komt neer op ongeveer 4% van alle ongevallen in de database. Deze pagina geeft meer inzicht en informatie over dit ongevalstype. Onderaan deze pagina vindt u een animatie en infographic. Deze animatie en infographic geven op een toegankelijke manier de informatie over het ongeval weer.
Het ongeval in het kort
Bij dit type ongeval raakt het slachtoffer bekneld tussen een machine en een ander object. Beknelling kan voorkomen met allerlei soorten machines en objecten. Voorbeelden van machines zijn een vracht- of personenlift, een hijskraan, of het hefmechaniek van een vorkheftruck. Bij objecten gaat het bijvoorbeeld om een muur of plafond, liftschacht, een andere machine of een hekwerk. Als het slachtoffer bekneld raakte in een machine gaat het om een ander ongevalstype. In dat geval gaat het om Contact met bewegende delen van een machine. Een beknelling die het gevolg is van een aanrijding valt onder het ongevalstype Aanrijding.
Factoren die bij deze ongevallen worden onderzocht zijn bijvoorbeeld de positie van het slachtoffer en object, de bediening van het arbeidsmiddel, de wijze van hanteren van objecten, de beveiliging van de machine tegen ongewenst opstarten of in beweging komen, en de conditie van de machine.
Oorzaken en gebeurtenissen
Ieder ongeval is anders. Verschillende oorzaken, gebeurtenissen en activiteiten kunnen bijdragen aan het ontstaan van het ongeval. Toch zijn vanuit Storybuilder overeenkomsten tussen ongevallen te herleiden. Hierdoor hebben wij de mogelijkheid om de meest voorkomende oorzaken en gebeurtenissen van een type ongeval in kaart te brengen. Zo ook voor het ongevalstype: Beknelling tussen een machine en een ander object. We volgen op deze pagina het ongeval vanaf de werkzaamheden vlak voor het ongeval tot aan het moment dat het risico niet langer onder controle was. Voor meer informatie over Storybuilder kunt u naar dit filmpje kijken of het beschrijvende rapport lezen.
Vlak voor het ongeval
De activiteiten van het slachtoffer vlak voor het ongeval waren divers. De belangrijkste werkzaamheden waren het hanteren van de lading (33% van de slachtoffers), het bedienen van een machine (19% van de slachtoffers), het vastmaken, losmaken, en begeleiden van lasten (14%), onderhoud gerelateerde werkzaamheden (11%), gebruik van deuren of luiken (7%) en constructie-, installatie- of sloopwerkzaamheden (5% van de slachtoffers). In 9% van de gevallen stond het slachtoffer ergens bij of tussen waar beknellingsgevaar aanwezig was.
De arbeidsmiddelen
Belangrijke type machines die betrokken waren bij dit type ongeval waren systemen voor gesloten of open transport en opslag (50% van de ongevallen). Het gaat dan in de meeste gevallen om verplaatsbare transportsystemen en transportwagentjes (15% van de ongevallen), apparatuur/uitrusting/materieel voor heffen, vastmaken en grijpen (10% van de ongevallen), vaste en mobiele kranen (10% van de ongevallen), vracht- en personenliften (7% van de ongevallen), en vaste transportbanden (4% van de ongevallen). Bij 9% van de ongevallen waren vaste machines betrokken en in 6% van de ongevallen voertuigen voor transport over land.
De objecten waar de beknelling mee plaatsvond waren divers. Een grote categorie was die van materialen, objecten, producten, (onder)delen van machines en voertuigen (25% van de ongevallen). Ook raakten slachtoffers bekneld tussen een machine en onderdelen of elementen van gebouwen en constructies (26% van de ongevallen), zoals vloeren, muren, wanden, en deuren. Een deel van de objecten was een systeem voor gesloten of open transport en opslag (25% van de ongevallen). Voorbeelden hiervan zijn installaties voor heffen, vastmaken en grijpen (5% van de ongevallen), verplaatsbare transportsystemen en transportwagentjes (5% van de ongevallen), vaste en mobiele kranen (4% van de ongevallen), vracht- en personenliften (2% van de ongevallen), en hulpmiddelen voor opslag zoals stellingen en pallets (2% van de ongevallen).
Gebeurtenissen
Door een combinatie van factoren kon het uiteindelijk mis gaan. Relevante tussenstappen - gebeurtenissen - zijn hierbij in kaart gebracht. Deze gebeurtenissen worden weergeven in de onderstaande grafiek.
Waar ging het mis?
Maar waar gaat het dan mis bij deze ongevallen? Welke veiligheidsmaatregelen waren niet op orde waardoor het ongeval kon gebeuren? In de onderstaande grafiek is weergegeven welke maatregelen in Storybuilder zijn onderzocht en hoe vaak hiermee iets mis gaat.
In de bovenstaande grafiek worden veiligheidsmaatregelen getoond die een rol speelden bij de ongevallen. Van deze algemene analyse zijn ook concretere voorbeelden beschikbaar. Het meest voorkomend was de positie van het slachtoffer. Hierbij kwam het slachtoffer geheel of gedeeltelijk in de gevarenzone. Er zijn allerlei manieren waarop dit kon gebeuren. Bijvoorbeeld omdat het slachtoffer bewust de gevarenzone in ging om iets te corrigeren, er een tijdelijke gevarenzone werd gecreëerd waar normaliter een veilige zone was, het ontwerp of de conditie van het arbeidsmiddel onvoldoende was, of omdat het slachtoffer ongecontroleerd bewoog.
Waarom ging het mis?
Allerlei maatregelen en middelen zijn van belang om in een organisatie veilig te kunnen werken. Een organisatie verschaft deze maatregelen en de betrokken medewerkers gebruiken ze. Ook is het belangrijk om veiligheidsmaatregelen in stand te houden, te onderhouden en om hierop toezicht te houden. In de Storybuilder database wordt de rol van organisatie hierbij globaal in kaart gebracht. Storybuilder richt zich hierbij op de rol van het veiligheidsmanagement van de organisaties.
De onderstaande grafiek laat zien welk type achterliggende oorzaken in het veiligheidsmanagement bij dit ongevalstype een rol hebben gespeeld.
De slachtoffers
In de Storybuilder database zijn alleen ongevallen opgenomen die meldingsplichtig zijn en ook daadwerkelijk gemeld zijn bij de Inspectie SZW. De gevolgen van deze ongevallen zijn vaak ernstig. Slachtoffers kunnen bijvoorbeeld blijvend letsel oplopen of als gevolg van het ongeval overlijden.
Er zijn in de database 1263 ongevallen van het type: Beknelling tussen een machine en een ander object opgenomen waarbij 1268 slachtoffers zijn gevallen. Het merendeel van de slachtoffers is man (96%). Dit deel van deze pagina geeft inzicht in deze slachtoffers en de gevolgen die de ongevallen voor hen hebben gehad.
Achtereenvolgens zijn grafieken opgenomen met informatie over:
- de leeftijd van slachtoffers;
- de uiteindelijke gevolgen van de ongevallen;
- de aard van het letsel;
- de plaats van het letsel.
In de grafieken kunt u ter vergelijking ook informatie zien over de slachtoffers van de andersoortige ongevallen die in de database zijn opgenomen.
Leeftijd van slachtoffers
De bovenstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de slachtoffers van de ernstige arbeidsongevallen van het type: Beknelling tussen een machine en een ander object.
Uiteindelijke gevolgen
Bovenstaande grafiek geeft de ernst van het letsel van het slachtoffer weer. In 59% van de gevallen wordt het slachtoffer opgenomen in het ziekenhuis en moet daar een nacht of langer blijven. In 36% van de gevallen volgt geen ziekenhuisopname. Voor de overige 5% is dit onbekend.
Aard van het letsel
In de onderstaande grafiek staan de meest voorkomende verwondingen. De grafiek toont alleen verwondingen die bij meer dan 10% van de slachtoffers in één van de twee groepen zijn voorgekomen.
Plaats van het letsel
Zoals te zien in de bovenstaande grafiek zijn de verwondingen divers. Deze verwondingen kunnen op verschillende plaatsen van het lichaam voorkomen. In de onderstaande grafiek staat dat toegelicht. De grafiek toont alleen de plaats van het letsel als die bij meer dan 10% van de slachtoffers in één van de twee groepen is voorgekomen.
Sectoren en de werkomgeving
In de Storybuilder database worden algemene kenmerken van de ongevallen en de bedrijven waarbij de ongevallen gebeurden vastgelegd. In dit deel van deze pagina worden enkele van die algemene kenmerken getoond. Achtereenvolgens zijn grafieken opgenomen met informatie over:
- de sector waarin het bedrijf actief is;
- de werkomgeving.
Sectoren en subsectoren
Sommige ongevallen komen vaker voor in bepaalde sectoren. Er worden in deze sectoren immers andere werkzaamheden uitgevoerd en andere arbeidsmiddelen gebruikt. De onderstaande grafiek toont sectoren waarin de ongevallen van dit type relatief vaak voorkomen.
Een uitgebreider overzicht van ongevallen in verschillende sectoren is beschikbaar op deze pagina.
De bovenstaande grafiek toont sectoren waarbij meer dan 6,1% van de ongevallen in Storybuilder een beknelling is. Gemiddeld voor alle sectoren is dat 4,1%. Verder worden alleen sectoren getoond waarbij meer dan 100 ongevallen in de Storybuilder zijn opgenomen.
Daarnaast zien we ook een aantal subsectoren waar dit type ongeval een relatief grote rol speelt. Opvallend hierbij zijn de volgende subsectoren:
- Inzameling van onschadelijk afval (SBI 3811): 17% van de ongevallen in Storybuilder is een beknelling.
- Heien en andere funderingswerkzaamheden (SBI 43991): 15% van de ongevallen in Storybuilder is een beknelling.
- Supermarkten, warenhuizen en dergelijke winkels met een algemeen assortiment (SBI 471): 11% van de ongevallen in Storybuilder is een beknelling.
- Vervaardiging van producten van beton, gips en cement (SBI 236): 11% van de ongevallen in Storybuilder is een beknelling.
De werkomgeving
Tot slot weten we voor een deel van de ongevallen meer over de omgeving waarin gewerkt werd ten tijde van het ongeval. In het geval van Beknelling tussen een machine en een ander object is deze informatie beschikbaar voor 849 van de 1263 ongevallen.
Bovenstaande grafiek toont de vijf meest voorkomende omgevingen waarin gewerkt werd toen een ongeval gebeurde dat in de Storybuilder database is opgenomen. Het percentage is berekend ten opzichte van de ongevallen waarvoor deze informatie beschikbaar is.
Animatie en infographic
Het programmateam Veilig Werken wil met praktische hulpmiddelen professionals helpen de werkvloer veiliger te maken. Dit doen we onder andere met een serie van animaties en infographics over diverse type ongevallen. Ons doel is om op een laagdrempelige manier verhalen, feiten en lessen weer te geven om complexe informatie toepasbaar maken op de werkvloer. Een overzicht van alle animaties en infographics vindt u op deze webpagina.
Ook voor het ongevalstype 'Beknelling door een machine en een ander object' is een animatie en infographic ontwikkeld. Met de infographics heeft u op 1 A4-tje een herkenbaar praktijkverhaal, een overzicht van de belangrijkste cijfers en direct toe te passen acties om dit type ongevallen te helpen voorkomen. De animaties brengen daarbij aan de hand van een concreet voorbeeld in beeld hoe makkelijk het mis kan gaan. Maar het kan ook anders. Daarom bevriezen we het moment dat het misgaat en laten we zien hoe het ook anders kan.
De animatie kunt u hieronder bekijken. De infographic en animatie kunt u ook downloaden, zodat u deze kunt inzetten binnen uw eigen organisatie.
In deze animatie wordt uitgelegd hoe en hoe vaak ongevallen met beknelling plaatsvinden en hoe je deze het beste kunt voorkomen.
VOICE-OVER MANNENSTEM: "Na een dag werken veilig en gezond naar huis. Logisch! Toch gaat het soms mis.
Een voorbeeld uit de praktijk:
Dit is Rick. Rick is betonschilder. Samen met zijn collega’s Paul en Micha moet hij een brug schilderen. Rick schildert de onderkant van de brug en gebruikt daarvoor een autohoogwerker. Ondertussen schilderen zijn collega’s de andere delen van de brug. Zij zijn eerder klaar dan Rick en gaan alvast koffie drinken in de werkbus. Rick wil nog kort verder schilderen, want de hoogwerkbak kan nog een stukje worden verplaatst. Daarna kan de bak niet verder opzij en moet hij de autohoogwerker op een andere plek zetten. Hij duwt de middelste hendel naar beneden om de hoogwerkbak horizontaal te verplaatsen, maar in plaats daarvan gaat de bak omhoog. Rick raakt bekneld tussen de bak en de onderkant van de brug."
Rik laat zijn verfroller vallen.
VOICE-OVER MANNENSTEM: "Hij wordt opgenomen in het ziekenhuis en kan een aantal maanden niet werken."
VOICE-OVER VROUWENSTEM: "Dit is slechts één voorbeeld van alle ernstige ongevallen met beknellingen die zich jaarlijks in ons land voordoen. De gevolgen van een beknelling kunnen ernstig zijn."
Een taartdiagram verschijnt in beeld met erboven de tekst: Gevolgen van een ongeval.
52% Blijvend letsel
27% Tijdelijk letsel
16% Onbekend
5% Overlijd
VOICE-OVER VROUWENSTEM: "Ruim de helft van de slachtoffers houdt blijvend letsel over. Vaak gaat het mis, omdat het slachtoffer geheel of gedeeltelijk in de gevarenzone komt."
VOICE-OVER VROUWENSTEM: "Bijvoorbeeld om iets te corrigeren of omdat het slachtoffer een onverwachte beweging maakt. Ook komt het regelmatig voor dat de machine niet op een goede manier wordt bestuurd of bediend."
Een staafdiagram verschijnt in beeld met eronder de tekst: Waar ging het mis?
81% Slachtoffer in de gevarenzone
34% Machine niet goed bediend
26% Verkeerde werkwijze van het hanteren van objecten
22% Objecten op de verkeerde plek
18% Arbeidsmiddel niet beveiligd tegen ongewenst opstarten
Het in beeld gebrachte verhaal wordt teruggespoeld tot vóór het ongeval.
VOICE-OVER VROUWENSTEM: "Maar er kunnen natuurlijk ook andere dingen misgaan. Iedereen vergeet wel eens iets of wil even snel iets doen. Net als Rick, we zijn allemaal mensen. Maar waar moet je op letten als je bezig bent met werkzaamheden waarbij je bekneld kunt raken?
- Zorg dat je niet in de gevarenzone komt.
- Gebruik de machine op de juiste manier.
- Houd rekening met objecten in de omgeving.
Zo zorgen we ervoor dat iedereen weer veilig en gezond naar huis gaat!"
Het logo van het RIVM verschijnt in beeld.
Beeldtekst: Meer weten? Ga naar lerenvoorveiligheid.nl
Over de gegevens
De informatie op deze webpagina komt uit de Storybuilder database van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). In deze database staan gegevens over meer dan 30.000 ernstige arbeidsongevallen. Deze arbeidsongevallen:
- zijn in Nederland gebeurd in de periode van 1998 tot en met 2014;
- hadden ernstige gevolgen en zijn gemeld bij de Nederlandse Arbeidsinspectie;
- zijn onderzocht door de Nederlandse Arbeidsinspectie;
- en zijn geanalyseerd door het RIVM.