Contact met hangende en/of zwaaiende objecten
Contact met hangende en/of zwaaiende objecten
In de Storybuilder database zijn voor het ongevalstype ‘Contact met hangende en/of zwaaiende objecten’ 549 ongevallen met 551 slachtoffers opgenomen. Dit komt neer op ongeveer 2% van alle ongevallen in de database. Deze pagina geeft meer inzicht en informatie over dit ongevalstype.
Het ongeval in het kort
Bij dit type ongeval wordt het slachtoffer geraakt door een zwaaiend of hangend object (zoals een last) of een snel draaiend/ roterend/ rondzwaaiend object (zoals een graafarm, contragewicht van een stationaire kraan, graafmachine, etc.). Als een slachtoffer bekneld is geraakt tussen een last en hijsmaterialen, gaat het om een ander ongevalstype. In dat geval gaat het om ‘Beknelling tussen een machine en een ander object’.
Factoren die bij deze ongevallen worden onderzocht, zijn bijvoorbeeld de positie van de grondwerker, of er voldoende rekening werd gehouden met de afstand die de kraan/last kon afleggen, hoe het materieel werd bediend, of er voldoende contact was tussen de machinist en de grondwerker, de bevestiging van de last, en in hoeverre de omstandigheden en de conditie van het materieel geschikt waren.
Oorzaken en gebeurtenissen
Ieder ongeval is anders. Verschillende oorzaken, gebeurtenissen en activiteiten kunnen bijdragen aan het ontstaan van het ongeval. Toch zijn vanuit Storybuilder overeenkomsten tussen ongevallen te herleiden. Hierdoor hebben wij de mogelijkheid om de meest voorkomende oorzaken en gebeurtenissen van een type ongeval in kaart te brengen. Zo ook voor het ongevalstype: Contact met hangende en/of zwaaiende objecten. We volgen op deze pagina het ongeval vanaf de werkzaamheden vlak voor het ongeval tot aan het moment dat het risico niet langer onder controle was. Voor meer informatie over Storybuilder kunt u naar dit filmpje kijken of het beschrijvende rapport lezen.
Vlak voor het ongeval
Het slachtoffer was in de meeste gevallen bezig met hijswerkzaamheden (85%). Ongeveer de helft van deze slachtoffers voerde deze werkzaamheden als grondwerker uit (54%). De belangrijkste werkzaamheden hierbij waren het plaatsen van de last (18%), het handmatig (be)geleiden van de last (17%), en het losmaken, vastmaken of aanhaken van de last (11%). Een kleiner deel van de slachtoffers was bezig met bouw- en sloopwerkzaamheden (6%).
De arbeidsmiddelen
Bij dit type ongeval werden systemen voor gesloten of open transport en opslag het vaakst (88%) als arbeidsmiddel gebruikt. Hieronder vallen:
- Vaste of mobiele kranen op voertuigen gemonteerd, loopkranen en materieel voor hijsen van hangende lasten.
- Installaties voor heffen, vastmaken en grijpen, en diverse transportmiddelen.
Voorbeelden van hangende of zwaaiende objecten die in deze twee categorieën van arbeidsmiddelen voorkwamen zijn: Kranen, diverse soorten kettingen, staalkabels, hijsbanden, touwen, stroppen, bindriemen, spanners, lieren, en loopkatten.
Een ander arbeidsmiddel dat vaak een rol speelde bij dit type ongeval zijn draagbare of verplaatsbare machines (10%).
Gebeurtenissen
Door een combinatie van factoren kon het uiteindelijk mis gaan. Relevante tussenstappen - gebeurtenissen - zijn hierbij in kaart gebracht. Deze gebeurtenissen worden weergeven in de onderstaande grafiek.
Waar ging het mis?
Maar waar gaat het dan mis bij deze ongevallen? Welke veiligheidsmaatregelen waren niet op orde waardoor het ongeval kon gebeuren? In de onderstaande grafiek is weergegeven welke maatregelen in Storybuilder zijn onderzocht en hoe vaak hiermee iets mis gaat.
In de bovenstaande grafiek worden veiligheidsmaatregelen getoond die een rol speelden bij de ongevallen. Van deze algemene analyse zijn ook concretere voorbeelden beschikbaar. Zo ging het vaak mis, omdat er onvoldoende rekening werd gehouden met de afstand die de kraan/last kon afleggen. Dit kon zowel bewust of onbewust worden gedaan. Wanneer er bewust onvoldoende rekening werd gehouden met de afstand die de kraan/last kon afleggen, dan kon dit noodzakelijk zijn voor de werkzaamheden of gedaan worden terwijl dit niet nodig was voor de werkzaamheden. Ook ging regelmatig mis bij de bediening of besturing van het (hijs)materieel. Dit kwam bijvoorbeeld doordat met een scheve last werd gehesen en de machinist daardoor een onbedoelde beweging maakte.
Waarom ging het mis?
Allerlei maatregelen en middelen zijn van belang om in een organisatie veilig te kunnen werken. Een organisatie verschaft deze maatregelen en de betrokken medewerkers gebruiken ze. Ook is het belangrijk om veiligheidsmaatregelen in stand te houden, te onderhouden en om hierop toezicht te houden. In de Storybuilder database wordt de rol van organisatie hierbij globaal in kaart gebracht. Storybuilder richt zich hierbij op de rol van het veiligheidsmanagement van de organisaties.
De onderstaande grafiek laat zien welk type achterliggende oorzaken in het veiligheidsmanagement bij dit ongevalstype een rol hebben gespeeld.
De slachtoffers
In de Storybuilder database zijn alleen ongevallen opgenomen die meldingsplichtig zijn en ook daadwerkelijk gemeld zijn bij de Inspectie SZW. De gevolgen van deze ongevallen zijn vaak ernstig. Slachtoffers kunnen bijvoorbeeld blijvend letsel oplopen of als gevolg van het ongeval overlijden.
Er zijn in de database 549 ongevallen van het type: Contact met hangende en/of zwaaiende objecten opgenomen waarbij 551 slachtoffers zijn gevallen. Het merendeel van de slachtoffers is man (98%). Dit deel van deze pagina geeft inzicht in deze slachtoffers en de gevolgen die de ongevallen voor hen hebben gehad.
Achtereenvolgens zijn grafieken opgenomen met informatie over:
- de leeftijd van slachtoffers;
- de uiteindelijke gevolgen van de ongevallen;
- de aard van het letsel;
- de plaats van het letsel.
In de grafieken kunt u ter vergelijking ook informatie zien over de slachtoffers van de andersoortige ongevallen die in de database zijn opgenomen.
Leeftijd van slachtoffers
De bovenstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de slachtoffers van de ernstige arbeidsongevallen van het type: Contact met hangende en/of zwaaiende objecten.
Uiteindelijke gevolgen
Bovenstaande grafiek geeft de ernst van het letsel van het slachtoffer weer. In 68% van de gevallen wordt het slachtoffer opgenomen in het ziekenhuis en moet daar een nacht of langer blijven. In 25% van de gevallen volgt geen ziekenhuisopname. Voor de overige 7% is dit onbekend.
Aard van het letsel
In de onderstaande grafiek staan de meest voorkomende verwondingen. De grafiek toont alleen verwondingen die bij meer dan 10% van de slachtoffers in één van de twee groepen zijn voorgekomen.
Plaats van het letsel
Zoals te zien in de bovenstaande grafiek zijn de verwondingen divers. Deze verwondingen kunnen op verschillende plaatsen van het lichaam voorkomen. In de onderstaande grafiek staat dat toegelicht. De grafiek toont alleen de plaats van het letsel als die bij meer dan 10% van de slachtoffers in één van de twee groepen is voorgekomen.
Sectoren en de werkomgeving
In de Storybuilder database worden algemene kenmerken van de ongevallen en de bedrijven waarbij de ongevallen gebeurden vastgelegd. In dit deel van deze pagina worden enkele van die algemene kenmerken getoond. Achtereenvolgens zijn grafieken opgenomen met informatie over:
- de sector waarin het bedrijf actief is;
- de werkomgeving.
Sectoren en subsectoren
Sommige ongevallen komen vaker voor in bepaalde sectoren. Er worden in deze sectoren immers andere werkzaamheden uitgevoerd en andere arbeidsmiddelen gebruikt. De onderstaande grafiek toont sectoren waarin de ongevallen van dit type relatief vaak voorkomen.
Een uitgebreider overzicht van ongevallen in verschillende sectoren is beschikbaar op deze pagina.
De bovenstaande grafiek toont sectoren waarbij meer dan 2,7% van de ongevallen in Storybuilder een contact met een hangend object is. Gemiddeld voor alle sectoren is dat 1,8%. Verder worden alleen sectoren getoond waarbij meer dan 100 ongevallen in de Storybuilder zijn opgenomen.
Daarnaast zien we ook een aantal subsectoren waar dit type ongeval een relatief grote rol speelt. Opvallend hierbij zijn de volgende subsectoren:
- Groothandel in ferrometalen en -halffabrikaten (SBI 46722): 9% van de ongevallen in Storybuilder is een contact met hangend object
- Laad-, los- en overslagactiviteiten voor zeevaart (SBI 52241): 9% van de ongevallen in Storybuilder is een contact met hangend object
- Vervaardiging van producten van beton voor de bouw en van kalkzandsteen (SBI 2361): 7% van de ongevallen in Storybuilder is een contact met hangend object
- Heien en andere funderingswerkzaamheden (SBI 43991): 7% van de ongevallen in Storybuilder is een contact met hangend object
- Bouw van wegen, spoorwegen en kunstwerken (SBI 421): 7% van de ongevallen in Storybuilder is een contact met hangend object
- Leggen van kabels en buizen (SBI 422): 6% van de ongevallen in Storybuilder is een contact met hangend object
De werkomgeving
Tot slot weten we voor een deel van de ongevallen meer over de omgeving waarin gewerkt werd ten tijde van het ongeval. In het geval van Contact met hangende en/of zwaaiende objecten is deze informatie beschikbaar voor 311 van de 549 ongevallen.
Bovenstaande grafiek toont de vijf meest voorkomende omgevingen waarin gewerkt werd toen een ongeval gebeurde dat in de Storybuilder database is opgenomen. Het percentage is berekend ten opzichte van de ongevallen waarvoor deze informatie beschikbaar is.
Over de gegevens
De informatie op deze webpagina komt uit de Storybuilder database van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). In deze database staan gegevens over meer dan 30.000 ernstige arbeidsongevallen. Deze arbeidsongevallen:
- zijn in Nederland gebeurd in de periode van 1998 tot en met 2014;
- hadden ernstige gevolgen en zijn gemeld bij de Nederlandse Arbeidsinspectie;
- zijn onderzocht door de Nederlandse Arbeidsinspectie;
- en zijn geanalyseerd door het RIVM.