Contact met vallende objecten - Storybuilder data
Contact met vallende objecten
Het ongevalstype: ‘Contact met vallende objecten’ komt regelmatig voor. In de Storybuilder database zijn van dit ongevalstype 3168 ongevallen met 3263 slachtoffers opgenomen. Dit komt neer op ongeveer 10% van alle ongevallen in de database. Deze pagina geeft meer inzicht en informatie over dit ongevalstype.
Het ongeval in het kort
Bij dit type ongeval wordt het slachtoffer geraakt door vallende, omvallende of instortende objecten, zoals lading, delen van gebouwen, materialen of producten. Het slachtoffer bevindt zich niet zelf op een omvallende of instortende structuur of object, maar wordt door deze geraakt.
Factoren die bij deze ongevallen worden onderzocht zijn bijvoorbeeld het zekeren van de objecten, het beheersen van de stabiliteit van het geplaatste of gestapelde object, het beheersen van de stabiliteit van de ondergrond, het beschermen tegen aanstoting, en het voorkomen van binnentreden in de gevarenzone waarbij objecten onder normale omstandigheden kunnen vallen.
Lading die van een opgestelde of in gebruik zijnde kraan of hijswerktuig valt wordt in een ander ongevalstype beschreven. Omvallende of instortende bulk massa zoals aarde of deeltjes uit een silo vallen ook onder een ander ongevalstype.
Oorzaken en gebeurtenissen
Ieder ongeval is anders. Verschillende oorzaken, gebeurtenissen en activiteiten kunnen bijdragen aan het ontstaan van het ongeval. Toch zijn vanuit Storybuilder overeenkomsten tussen ongevallen te herleiden. Hierdoor hebben wij de mogelijkheid om de meest voorkomende oorzaken en gebeurtenissen van een type ongeval in kaart te brengen. Zo ook voor het ongevalstype: Contact met vallende objecten. We volgen op deze pagina het ongeval vanaf de werkzaamheden vlak voor het ongeval tot aan het moment dat het risico niet langer onder controle was. Voor meer informatie over Storybuilder kunt u kijken naar dit filmpje of bijvoorbeeld naar het beschrijvende rapport.
Vlak voor het ongeval
Bij de meeste ongevallen was het slachtoffer actief betrokken bij de handeling met het object en hield het bijvoorbeeld vast (46%). In 30% van de gevallen was het slachtoffer actief betrokken bij de activiteit, maar hield het object niet (meer) vast. In 20% van de gevallen was het slachtoffer niet betrokken bij de activiteit, maar voerde andere werkzaamheden uit of liep rond.
De activiteit die de val veroorzaakte betrof transporteren of verplaatsen (25%), bouw of sloop (21%) of laden en lossen (16%). In 8% van de gevallen had de activiteit geen verband met het vallende object. De overige activiteiten waren zeer divers en betroffen bijvoorbeeld reparatie, vastmaken of losmaken, plaatsen of verwijderen van fixatie, reinigen, afdekken, vastmaken, orderverzamelen, etiketteren en scannen.
De arbeidsmiddelen
De slachtoffers werden door zeer veel verschillende objecten getroffen. Belangrijke groepen zijn de categorie van grote en kleine bouwmaterialen zoals balken, gipsblokken, vloerdelen, dakpannen, en bakstenen (45%), systemen voor transport en opslag zoals kranen, containers, pallets en verpakkingen (21%) en delen van gebouwen en constructies zoals deuren, glaspuien, raamelementen en wanden (16%). Een bijzondere groep is de categorie van levende organismen. In 4% van de ongevallen werd het slachtoffer getroffen door boomstammen en takken.
De vallende objecten vielen van systemen voor gesloten transport of opslag (19%), zoals vorkheftrucks, palletstellingen, (rol)containers en verhuisliften. Objecten vallen ook van gebouwen, constructies en oppervlakken (24%). Dit betreft meestal vloeren waar de objecten op staan en die dan omvallen. Een kleiner deel valt van zware en lichte voertuigen voor vracht- of personenvervoer (5%) en vaste of tijdelijke constructies van gebouwen zoals lichtmasten, steigers, trappen (5%). In 43% van de gevallen was onbekend waar het object zich vóór het vallen bevond.
Gebeurtenissen
Door een combinatie van factoren kon het uiteindelijk mis gaan. Relevante tussenstappen - gebeurtenissen - zijn hierbij in kaart gebracht. Deze gebeurtenissen worden weergeven in de onderstaande grafiek.
Waar ging het mis?
Maar waar gaat het dan mis bij deze ongevallen? Welke veiligheidsmaatregelen waren niet op orde waardoor het ongeval kon gebeuren? In de onderstaande grafiek is weergegeven welke maatregelen in Storybuilder zijn onderzocht en hoe vaak hiermee iets mis gaat.
In de bovenstaande grafiek zijn veiligheidsmaatregelen getoond die een rol speelden bij de ongevallen. Van deze algemene analyse zijn ook concretere voorbeelden beschikbaar. Meest voorkomend was zekeren van voorwerpen. Dat kwam bijvoorbeeld omdat de bevestiging niet aanwezig was (minimaal 27% van de ongevallen waarbij de zekering niet in orde was, minimaal 10% van alle ongevallen met vallend object), de bevestiging was verwijderd voordat het voorwerp stabiel was (minimaal 24% van deze ongevallen, minimaal 9% van alle ongevallen met vallend object), omdat deze verkeerd bevestigd was (minimaal 11% van deze ongevallen, minimaal 4% van alle ongevallen met vallend object), of omdat er verkeerde bevestigingsmiddelen waren gebruikt (minimaal 10% van deze ongevallen, minimaal 4% van alle ongevallen met vallend object). Ook komt voor het object topzwaar is, zodat het geplaatste of gestapelde object niet stabiel is (minimaal 37% van de ongevallen waarbij het voorwerp niet stabiel is, minimaal 7% van alle ongevallen met vallend object). In mimimaal 6% van alle gevallen met vallend object is het object verkeerd geplaatst, waardoor de opstelplaats niet stabiel is.
Waarom ging het mis?
Allerlei maatregelen en middelen zijn van belang om in een organisatie veilig te kunnen werken. Een organisatie verschaft deze maatregelen en de betrokken medewerkers gebruiken ze. Ook is het belangrijk om veiligheidsmaatregelen in stand te houden, te onderhouden en om hierop toezicht te houden. In de Storybuilder database wordt de rol van organisatie hierbij globaal in kaart gebracht. Storybuilder richt zich hierbij op de rol van het veiligheidsmanagement van de organisaties.
De onderstaande grafiek laat zien welk type achterliggende oorzaken in het veiligheidsmanagement bij dit ongevalstype een rol hebben gespeeld.
De slachtoffers
In de Storybuilder database zijn alleen ongevallen opgenomen die meldingsplichtig zijn en ook daadwerkelijk gemeld zijn bij de Inspectie SZW. De gevolgen van deze ongevallen zijn vaak ernstig. Slachtoffers kunnen bijvoorbeeld blijvend letsel oplopen of als gevolg van het ongeval overlijden.
Er zijn in de database 3168 ongevallen van het type: Contact met vallende objecten opgenomen waarbij 3263 slachtoffers zijn gevallen. Het merendeel van de slachtoffers is man (93%). Dit deel van deze pagina geeft inzicht in deze slachtoffers en de gevolgen die de ongevallen voor hen hebben gehad.
Achtereenvolgens zijn grafieken opgenomen met informatie over:
- De leeftijd van slachtoffers
- De uiteindelijke gevolgen van de ongevallen
- De aard van het letsel
- De plaats van het eventuele letsel
In de grafieken kunt u ter vergelijking ook informatie zien over de slachtoffers van de anderssoortige ongevallen die in de database zijn opgenomen.
Leeftijd van slachtoffers
De bovenstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de slachtoffers van de ernstige arbeidsongevallen van het type: Contact met vallende objecten.
Uiteindelijke gevolgen
Bovenstaande grafiek geeft de ernst van het letsel van het slachtoffer weer. In 80% van de gevallen wordt het slachtoffer opgenomen in het ziekenhuis en moet daar een nacht of langer blijven. In 17% van de gevallen volgt geen ziekenhuisopname. Voor de overige 3% is dit onbekend.
Aard van het letsel
In de onderstaande grafiek staan de meest voorkomende verwondingen. De grafiek toont alleen verwondingen die bij meer dan 10% van de slachtoffers in één van de twee groepen zijn voorgekomen.
Plaats van het letsel
Zoals te zien in de bovenstaande grafiek zijn de verwondingen divers. Deze verwondingen kunnen op verschillende plaatsen van het lichaam voorkomen. In de onderstaande grafiek staat dat toegelicht. De grafiek toont alleen de plaats van het letsel als die bij meer dan 10% van de slachtoffers in één van de twee groepen is voorgekomen.
Sectoren en de werkomgeving
In de Storybuilder database worden algemene kenmerken van de ongevallen en de bedrijven waarbij de ongevallen gebeurden vastgelegd. In dit deel van deze pagina worden enkele van die algemene kenmerken getoond. Achtereenvolgens zijn grafieken opgenomen met informatie over:
- De sector waarin het bedrijf actief is
- De werkomgeving
Sectoren en subsectoren
Sommige ongevallen komen vaker voor in bepaalde sectoren. Er worden in deze sectoren immers andere werkzaamheden uitgevoerd en andere arbeidsmiddelen gebruikt. De onderstaande grafiek toont sectoren waarin de ongevallen van dit type relatief vaak voorkomen.
Een uitgebreider overzicht van ongevallen in verschillende sectoren is beschikbaar op deze pagina.
De bovenstaande grafiek toont sectoren waarbij meer dan 15.3% van de ongevallen in Storybuilder een vallende objecten is. Gemiddeld voor alle sectoren is dat 10.2%. Verder worden alleen sectoren getoond waarbij meer dan 100 ongevallen in de Storybuilder zijn opgenomen.
Hiernaast zien we ook een aantal subsectoren waar dit type ongeval een relatief grote rol speelt. Opvallend hierin zijn de volgende subsectoren:
- Winkels in doe-het-zelfartikelen (SBI 4752): 21% van de ongevallen in Storybuilder is een ongeval met vallend object
- Oppervlaktebehandeling en bekleding van metaal (SBI 2561): 20% van de ongevallen in Storybuilder is een ongeval met vallend object
- Landschapsverzorging (SBI 813): 20% van de ongevallen in Storybuilder is een ongeval met vallend object
- Slopen van bouwwerken, grondverzet en proefboren (SBI 431): 19% van de ongevallen in Storybuilder is een ongeval met vallend object
De werkomgeving
Tot slot weten we voor een deel van de ongevallen meer over de omgeving waarin gewerkt werd ten tijde van het ongeval. In het geval van Contact met vallende objecten is deze informatie beschikbaar voor 1837 van de 3168 ongevallen.
Bovenstaande grafiek toont de vijf meest voorkomende omgevingen waarin gewerkt werd toen een ongeval gebeurde dat in de Storybuilder database is opgenomen. Het percentage is berekend ten opzichte van de ongevallen waarvoor deze informatie beschikbaar is.
Over de gegevens
De informatie op deze webpagina komt uit de Storybuilder database van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). In deze database staan gegevens over meer dan 30.000 ernstige arbeidsongevallen. Deze arbeidsongevallen:
- zijn in Nederland gebeurd in de periode van 1998 tot en met 2014;
- hadden ernstige gevolgen en zijn gemeld bij de Nederlandse Arbeidsinspectie;
- zijn onderzocht door de Nederlandse Arbeidsinspectie;
- en zijn geanalyseerd door het RIVM.