Explosie
Explosie
In de Storybuilder database zijn voor het ongevalstype ‘Explosie’ 332 ongevallen met 429 slachtoffers opgenomen. Dit komt neer op ongeveer 1% van alle ongevallen in de database. Deze pagina geeft meer inzicht en informatie over dit ongevalstype.
Het ongeval in het kort
Bij dit type ongeval komt het slachtoffer door een explosie in contact met een schadelijke energie. Het gaat om zowel chemische explosies (bijvoorbeekd door explosieven en damp- of gaswolkexplosies) als fysische explosies (bijvoorbeeld overdruk). De schadelijke energie komt vrij in de vorm van drukgolven, rondschietende fragmenten of explosieve verbranding (deflagratie, vuurbal).
Factoren die bij deze ongevallen worden onderzocht zijn bijvoorbeeld, het niet veilig stellen of productvrij maken van een insluitsysteem, het voorkomen van vonken, het vaststellen dat een explosief mengsel aanwezig is, de explosieveiligheid van apparatuur, ventilatie, en het voorkomen van ontstekingsbronnen.
Oorzaken en gebeurtenissen
Ieder ongeval is anders. Verschillende oorzaken, gebeurtenissen en activiteiten kunnen bijdragen aan het ontstaan van het ongeval. Toch zijn vanuit Storybuilder overeenkomsten tussen ongevallen te herleiden. Hierdoor hebben wij de mogelijkheid om de meest voorkomende oorzaken en gebeurtenissen van een type ongeval in kaart te brengen. Zo ook voor het ongevalstype: Explosie. We volgen op deze pagina het ongeval vanaf de werkzaamheden vlak voor het ongeval tot aan het moment dat het risico niet langer onder controle was. Voor meer informatie over Storybuilder kunt u naar dit filmpje kijken of het beschrijvende rapport lezen.
Vlak voor het ongeval
Voor een groot deel van de slachtoffers (40%) was onbekend welke werkzaamheden hij/zij uitvoerde vlak voor het ongeval. Van slachtoffers waarvan wel bekend was welke werkzaamheden zij vlak voor het ongeval uitvoerde, was 22% betrokken bij de activiteit die de explosie veroorzaakte. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van een ontstekingsbron of het reinigen van een tank. In 14% van de gevallen verrichtte het slachtoffer zelf werkzaamheden met licht ontvlambare/explosieve stoffen in een vat. Ook was 12% van de slachtoffers in dezelfde ruimte aanwezig als waar de explosie plaatsvond en werkte 7% van de slachtoffers in een gevarenzone.
De arbeidsmiddelen
Een belangrijk deel van de ongevallen vond plaats met systemen voor gesloten of open transport en opslag (36%). Hieronder vallen diverse verplaatsbare kleine en middelgrote verpakkingen (26%), zoals bijvoorbeeld gasflessen, spuitbussen, brandblussers (13%) en vaten, jerrycans, fusten, en flessen (11%). Ook distributiesystemen voor materialen (bijv. aanvoer en leidingen) komen bij een deel van de ongevallen voor (22%). Daarnaast vinden explosies ook plaats met diverse vast gemonteerde machines en uitrustingen, waarmee materialen worden voorbewerkt of verwerkt (17%) en met motoren en systemen voor transmissie en opslag van energie (14%).
De ontstekingsbron is niet bij alle ongevallen bekend. Bekende ontstekingsbronnen zijn vlammen en hete gassen (20%), vonken door mechanische wrijving (20%), elektrische apparaten (17%), een heet oppervlak of object (8%) en statische elektriciteit (5%).
Gebeurtenissen
Door een combinatie van factoren kon het uiteindelijk mis gaan. Relevante tussenstappen - gebeurtenissen - zijn hierbij in kaart gebracht. Deze gebeurtenissen worden weergeven in de onderstaande grafiek.
Waar ging het mis?
Maar waar gaat het dan mis bij deze ongevallen? Welke veiligheidsmaatregelen waren niet op orde waardoor het ongeval kon gebeuren? In de onderstaande grafiek is weergegeven welke maatregelen in Storybuilder zijn onderzocht en hoe vaak hiermee iets mis gaat.
In de bovenstaande grafiek worden veiligheidsmaatregelen getoond die een rol speelden bij de ongevallen. Van deze algemene analyse zijn ook concretere voorbeelden beschikbaar. Het meest voorkomend was het niet veilig stellen of productvrij maken van het insluitsysteem. Dit kwam bijvoorbeeld omdat het insluitsysteem onvoldoende beveiligd was, niet leeg was, of niet was schoongemaakt. Ook werd niet goed genoeg voorkomen dat vonken konden ontstaan. Dit kwam bijvoorbeeld vanwege het gebruiken van hitte of vonk-veroorzakende arbeidsmiddelen, het aanstoten van het insluitsysteem, of statische elektriciteit door de werkzaamheden.
Waarom ging het mis?
Allerlei maatregelen en middelen zijn van belang om in een organisatie veilig te kunnen werken. Een organisatie verschaft deze maatregelen en de betrokken medewerkers gebruiken ze. Ook is het belangrijk om veiligheidsmaatregelen in stand te houden, te onderhouden en om hierop toezicht te houden. In de Storybuilder database wordt de rol van organisatie hierbij globaal in kaart gebracht. Storybuilder richt zich hierbij op de rol van het veiligheidsmanagement van de organisaties.
De onderstaande grafiek laat zien welk type achterliggende oorzaken in het veiligheidsmanagement bij dit ongevalstype een rol hebben gespeeld.
De slachtoffers
In de Storybuilder database zijn alleen ongevallen opgenomen die meldingsplichtig zijn en ook daadwerkelijk gemeld zijn bij de Inspectie SZW. De gevolgen van deze ongevallen zijn vaak ernstig. Slachtoffers kunnen bijvoorbeeld blijvend letsel oplopen of als gevolg van het ongeval overlijden.
Er zijn in de database 332 ongevallen van het type: Explosie opgenomen waarbij 429 slachtoffers zijn gevallen. Het merendeel van de slachtoffers is man (89%). Dit deel van deze pagina geeft inzicht in deze slachtoffers en de gevolgen die de ongevallen voor hen hebben gehad.
Achtereenvolgens zijn grafieken opgenomen met informatie over:
- de leeftijd van slachtoffers;
- de uiteindelijke gevolgen van de ongevallen;
- de aard van het letsel;
- de plaats van het letsel.
In de grafieken kunt u ter vergelijking ook informatie zien over de slachtoffers van de andersoortige ongevallen die in de database zijn opgenomen.
Leeftijd van slachtoffers
De bovenstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de slachtoffers van de ernstige arbeidsongevallen van het type: Explosie.
Uiteindelijke gevolgen
Bovenstaande grafiek geeft de ernst van het letsel van het slachtoffer weer. In 65% van de gevallen wordt het slachtoffer opgenomen in het ziekenhuis en moet daar een nacht of langer blijven. In 33% van de gevallen volgt geen ziekenhuisopname. Voor de overige 2% is dit onbekend.
Aard van het letsel
In de onderstaande grafiek staan de meest voorkomende verwondingen. De grafiek toont alleen verwondingen die bij meer dan 10% van de slachtoffers in één van de twee groepen zijn voorgekomen.
Plaats van het letsel
Zoals te zien in de bovenstaande grafiek zijn de verwondingen divers. Deze verwondingen kunnen op verschillende plaatsen van het lichaam voorkomen. In de onderstaande grafiek staat dat toegelicht. De grafiek toont alleen de plaats van het letsel als die bij meer dan 10% van de slachtoffers in één van de twee groepen is voorgekomen.
Sectoren en de werkomgeving
In de Storybuilder database worden algemene kenmerken van de ongevallen en de bedrijven waarbij de ongevallen gebeurden vastgelegd. In dit deel van deze pagina worden enkele van die algemene kenmerken getoond. Achtereenvolgens zijn grafieken opgenomen met informatie over:
- de sector waarin het bedrijf actief is;
- de werkomgeving.
Sectoren
Sommige ongevallen komen vaker voor in bepaalde sectoren. Er worden in deze sectoren immers andere werkzaamheden uitgevoerd en andere arbeidsmiddelen gebruikt. De onderstaande grafiek toont sectoren waarin de ongevallen van dit type relatief vaak voorkomen.
Een uitgebreider overzicht van ongevallen in verschillende sectoren is beschikbaar op deze pagina.
De bovenstaande grafiek toont sectoren waarbij meer dan 2,2% van de ongevallen in Storybuilder een explosie is. Gemiddeld voor alle sectoren is dat 1,1%. Verder worden alleen sectoren getoond waarbij meer dan 100 ongevallen in de Storybuilder zijn opgenomen.
De werkomgeving
Tot slot weten we voor een deel van de ongevallen meer over de omgeving waarin gewerkt werd ten tijde van het ongeval. In het geval van Explosie is deze informatie beschikbaar voor 180 van de 332 ongevallen.
Bovenstaande grafiek toont de vijf meest voorkomende omgevingen waarin gewerkt werd toen een ongeval gebeurde dat in de Storybuilder database is opgenomen. Het percentage is berekend ten opzichte van de ongevallen waarvoor deze informatie beschikbaar is.
Over de gegevens
De informatie op deze webpagina komt uit de Storybuilder database van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). In deze database staan gegevens over meer dan 30.000 ernstige arbeidsongevallen. Deze arbeidsongevallen:
- zijn in Nederland gebeurd in de periode van 1998 tot en met 2014;
- hadden ernstige gevolgen en zijn gemeld bij de Nederlandse Arbeidsinspectie;
- zijn onderzocht door de Nederlandse Arbeidsinspectie;
- en zijn geanalyseerd door het RIVM.