Val van objecten niet bedoeld om op te klimmen
Val van objecten die niet bedoeld zijn om op te klimmen
In de Storybuilder database zijn voor het ongevalstype ‘Val van objecten die niet bedoeld zijn om op te klimmen’ 812 ongevallen met 820 slachtoffers opgenomen. Dit komt neer op ongeveer 3% van alle ongevallen in de database. Deze pagina geeft meer inzicht en informatie over dit ongevalstype.
Het ongeval in het kort
Bij dit type ongeval valt het slachtoffer van objecten die niet ontworpen zijn om op te klimmen, en waar men dan ook niet óf niet zonder valbeveiliging of zekering op mag klimmen. Typische voorbeelden zijn het beklimmen van een machine, een meubelstuk of een onderdeel van een installatie. Het beklimmen van deze objecten gebeurd bij deze ongevallen bijvoorbeeld om iets vrij te maken, te inspecteren, schoon te maken of om iets te pakken.
Een val bij het gebruik van bijzondere toegangstechnieken met lijnen (zoals bij abseilen) valt ook onder dit ongevalstype. Wanneer een slachtoffer van een stilstaand voertuig valt, dan valt dit onder een ander ongevalstype. In dat geval gaat het om ‘Val van een stilstaand voertuig’.
Factoren die bij deze ongevallen worden onderzocht, zijn bijvoorbeeld de controle over de lichaamsbeweging/de balans van het slachtoffer, de gebruikte methode tijdens het werken op hoogte, de wijze waarop het slachtoffer van en naar de werklocatie kan komen en of het oppervlak waar het slachtoffer zich bevindt geschikt is om het werk op uit te voeren.
Oorzaken en gebeurtenissen
Ieder ongeval is anders. Verschillende oorzaken, gebeurtenissen en activiteiten kunnen bijdragen aan het ontstaan van het ongeval. Toch zijn vanuit Storybuilder overeenkomsten tussen ongevallen te herleiden. Hierdoor hebben wij de mogelijkheid om de meest voorkomende oorzaken en gebeurtenissen van een type ongeval in kaart te brengen. Zo ook voor het ongevalstype: Val van objecten die niet bedoeld zijn om op te klimmen. We volgen op deze pagina het ongeval vanaf de werkzaamheden vlak voor het ongeval tot aan het moment dat het risico niet langer onder controle was. Voor meer informatie over Storybuilder kunt u naar dit filmpje kijken of het beschrijvende rapport lezen.
Vlak voor het ongeval
De activiteiten vlak voor het ongeval waren divers; in 19% van de gevallen was het slachtoffer iets aan het installeren of maken en in 13% van de gevallen ging het slachtoffer het object in, uit, op of af. Andere veelvoorkomende activiteiten zijn: onderhoud of reparatie (11%), laden en lossen (9%), sport en spel (7%), schoonmaken (6%), order verzamelen (6%) en vrijmaken/ontstoppen (4%). Deze activiteiten werden in 28% van de gevallen staand uitgevoerd, in 24% van de gevallen tijdens het beklimmen of terwijl het slachtoffer liep (10%) of ergens overheen, op- of afstapte (10%).
De arbeidsmiddelen
Belangrijke arbeidsmiddelen die niet bedoeld zijn om op te klimmen en waar slachtoffers van af vielen, waren systemen voor gesloten of open transport of opslag (33% van de ongevallen). Dit zijn bijvoorbeeld verplaatsbare containers (16% van de ongevallen), stellingen en pallets (11% van de ongevallen) en vaste transportbanden (3% van de ongevallen).
Daarnaast vielen slachtoffers van zeer veel verschillende andere objecten. Voorbeelden zijn opgeslagen producten (11% van de ongevallen), artikelen en uitrusting voor sport en spel (9% van de ongevallen), bekistingen (7% van de ongevallen), meubilair (6% van de ongevallen), bomen (3% van de ongevallen) en vast gemonteerde machines (3% van de ongevallen).
Gebeurtenissen
Door een combinatie van factoren kon het uiteindelijk mis gaan. Relevante tussenstappen - gebeurtenissen - zijn hierbij in kaart gebracht. Deze gebeurtenissen worden weergeven in de onderstaande grafiek.
Waar ging het mis?
Maar waar gaat het dan mis bij deze ongevallen? Welke veiligheidsmaatregelen waren niet op orde waardoor het ongeval kon gebeuren? In de onderstaande grafiek is weergegeven welke maatregelen in Storybuilder zijn onderzocht en hoe vaak hiermee iets mis gaat.
In de bovenstaande grafiek worden veiligheidsmaatregelen getoond die een rol speelden bij de ongevallen. Van deze algemene analyse zijn ook concretere voorbeelden beschikbaar. Het meest voorkomend was het verlies van controle over de lichaamsbeweging/de balans van het slachtoffer. Er was bijvoorbeeld sprake van een activiteit die de balans beïnvloedde, een situatie waarin het slachtoffer misstapte, zich verstapte of kramp kreeg, een externe kracht die uitgeoefend werd, of een bewuste of gecontroleerde val. Waar de methode van werken op hoogte faalde was, was het bijvoorbeeld nodig om op hoogte te werken, maar werd er een verkeerde werkmethode gebruikt.
Waarom ging het mis?
Allerlei maatregelen en middelen zijn van belang om in een organisatie veilig te kunnen werken. Een organisatie verschaft deze maatregelen en de betrokken medewerkers gebruiken ze. Ook is het belangrijk om veiligheidsmaatregelen in stand te houden, te onderhouden en om hierop toezicht te houden. In de Storybuilder database wordt de rol van organisatie hierbij globaal in kaart gebracht. Storybuilder richt zich hierbij op de rol van het veiligheidsmanagement van de organisaties.
De onderstaande grafiek laat zien welk type achterliggende oorzaken in het veiligheidsmanagement bij dit ongevalstype een rol hebben gespeeld.
De slachtoffers
In de Storybuilder database zijn alleen ongevallen opgenomen die meldingsplichtig zijn en ook daadwerkelijk gemeld zijn bij de Inspectie SZW. De gevolgen van deze ongevallen zijn vaak ernstig. Slachtoffers kunnen bijvoorbeeld blijvend letsel oplopen of als gevolg van het ongeval overlijden.
Er zijn in de database 812 ongevallen van het type: Val van objecten die niet bedoeld zijn om op te klimmen opgenomen waarbij 820 slachtoffers zijn gevallen. Het merendeel van de slachtoffers is man (89%). Dit deel van deze pagina geeft inzicht in deze slachtoffers en de gevolgen die de ongevallen voor hen hebben gehad.
Achtereenvolgens zijn grafieken opgenomen met informatie over:
- de leeftijd van slachtoffers;
- de uiteindelijke gevolgen van de ongevallen;
- de aard van het letsel;
- de plaats van het letsel.
In de grafieken kunt u ter vergelijking ook informatie zien over de slachtoffers van de andersoortige ongevallen die in de database zijn opgenomen.
Leeftijd van slachtoffers
De bovenstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de slachtoffers van de ernstige arbeidsongevallen van het type: Val van objecten die niet bedoeld zijn om op te klimmen.
Uiteindelijke gevolgen
Bovenstaande grafiek geeft de ernst van het letsel van het slachtoffer weer. In 91% van de gevallen wordt het slachtoffer opgenomen in het ziekenhuis en moet daar een nacht of langer blijven. In 8% van de gevallen volgt geen ziekenhuisopname. Voor de overige 1% is dit onbekend.
Aard van het letsel
In de onderstaande grafiek staan de meest voorkomende verwondingen. De grafiek toont alleen verwondingen die bij meer dan 10% van de slachtoffers in één van de twee groepen zijn voorgekomen.
Plaats van het letsel
Zoals te zien in de bovenstaande grafiek zijn de verwondingen divers. Deze verwondingen kunnen op verschillende plaatsen van het lichaam voorkomen. In de onderstaande grafiek staat dat toegelicht. De grafiek toont alleen de plaats van het letsel als die bij meer dan 10% van de slachtoffers in één van de twee groepen is voorgekomen.
Sectoren en de werkomgeving
In de Storybuilder database worden algemene kenmerken van de ongevallen en de bedrijven waarbij de ongevallen gebeurden vastgelegd. In dit deel van deze pagina worden enkele van die algemene kenmerken getoond. Achtereenvolgens zijn grafieken opgenomen met informatie over:
- de sector waarin het bedrijf actief is;
- de werkomgeving.
Sectoren en subsectoren
Sommige ongevallen komen vaker voor in bepaalde sectoren. Er worden in deze sectoren immers andere werkzaamheden uitgevoerd en andere arbeidsmiddelen gebruikt. De onderstaande grafiek toont sectoren waarin de ongevallen van dit type relatief vaak voorkomen.
Een uitgebreider overzicht van ongevallen in verschillende sectoren is beschikbaar op deze pagina.
De bovenstaande grafiek toont sectoren waarbij meer dan 3,9% van de ongevallen in Storybuilder een val van een object niet bedoeld om op te klimmen is. Gemiddeld voor alle sectoren is dat 2,6%. Verder worden alleen sectoren getoond waarbij meer dan 100 ongevallen in de Storybuilder zijn opgenomen.
Daarnaast zien we ook een aantal subsectoren waar dit type ongeval een relatief grote rol speelt. Opvallend hierbij zijn de volgende subsectoren:
- Defensie (SBI 8422): 19% van de ongevallen in Storybuilder is een val van een object dat niet bedoeld is om op te klimmen.
- Primair en speciaal onderwijs (SBI 8520): 17% van de ongevallen in Storybuilder is een val van een object dat niet bedoeld is om op te klimmen.
- Landschapsverzorging (SBI 8130): 8% van de ongevallen in Storybuilder is een val van een object dat niet bedoeld is om op te klimmen.
De werkomgeving
Tot slot weten we voor een deel van de ongevallen meer over de omgeving waarin gewerkt werd ten tijde van het ongeval. In het geval van Val van objecten die niet bedoeld zijn om op te klimmen is deze informatie beschikbaar voor 513 van de 812 ongevallen.
Bovenstaande grafiek toont de vijf meest voorkomende omgevingen waarin gewerkt werd toen een ongeval gebeurde dat in de Storybuilder database is opgenomen. Het percentage is berekend ten opzichte van de ongevallen waarvoor deze informatie beschikbaar is.
Over de gegevens
De informatie op deze webpagina komt uit de Storybuilder database van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). In deze database staan gegevens over meer dan 30.000 ernstige arbeidsongevallen. Deze arbeidsongevallen:
- zijn in Nederland gebeurd in de periode van 1998 tot en met 2014;
- hadden ernstige gevolgen en zijn gemeld bij de Nederlandse Arbeidsinspectie;
- zijn onderzocht door de Nederlandse Arbeidsinspectie;
- en zijn geanalyseerd door het RIVM.